Inleiding


Luchtfoto's stuw
bij Klingelbeek


Restanten Ijssellinie


IJssellinie in werking:
een 3D animatie


Defensiehaven; een goed bewaard geheim

IJssellinie

De ellende van de Airbornelanding in september 1944 en de daarbij volgende evacuatie was nauwelijks voorbij, toen na de euforie van de bevrijding in 1945 een nieuw angstaanjagend  gevaar aan de horizon verscheen, de Russen komen! Nederland sloot zich in 1949 aan bij het Noord-Atlantisch Pact om van hulp verzekerd te zijn bij een militaire aanval. Daarmee verplichtte Nederland zich een militaire bijdrage te leveren tot de verdediging ervan. Echter het ontbrak aan geld en het geld dat voor militaire doeleinden beschikbaar was werd uitgegeven aan de politionele acties in het voormalig Nederlands-Indië.
Om aan de verplichtingen aan de alliantie te voldoen werd in 1949 het plan geboren om het Westen van Nederland en daarmee de zeehavens onbereikbaar voor de vijand te maken: de IJssellinie.
Met relatief eenvoudige middelen kon immers de Waal, de Nederrijn en de IJssl afgesloten worden, waardoor een groot gebied van Nijmegen tot Kampen aan het IJsselmeer onder water zou komen te staan. De bouw begon in 1951 en in 1953 was de IJssellinie operationeel.

Doelstelling
Kaart van de IJssellinie met daarop aangegeven de drie stuwen en in lichtblauw het inundatiegebied [Bron: Zandcee - https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Kaart_IJssellinie.jpg, CC-BY-SA-4.0. licentie]

In 1968 begon men weer met de afbraak, nadat de IJssellinie in 1964 officieel werd opgeheven. De verdediging tegen de mogelijke vijand werd naar het Oosten verlegd, langs de rivieren de Weser en de Fulda. De afsluiting van de Nederrijn was gepland bij Arnhem precies in de buurt van de Klingelbeek en daarmee was de buurt een strategisch onderdeel geworden voor de verdediging van Nederland.

Dit verhaal beperkt zich tot de stuw aan de Westzijde van Arnhem in de buurtschap de Klingelbeek enerzijds en Meinerswijk aan de zuidzijde van de Rijn anderzijds. Alle daarbij behorende technische problemen van de IJssellinie, zoals afschermen van overgangen, dijkovergangen, zoetwatervoorziening en koelproblemen voor centrales worden buiten beschouwing gelaten.

Maar eigenlijk was de IJssellinie geen nieuw idee. Aan het einde van de 17e eeuw had vestingbouwkundige Menno van Coehoorn (1641-1704) al plannen gemaakt voor een IJssellinie. En zelfs in de jaren 1939 bestond er al een soort IJssellinie.

Het ontwerp had veel haken en ogen. Zo was er het probleem van de snelheid van het onderwater lopen, het afsluiten van dijkovergangen en spoorviaducten, zekerstelling van de zoetwatervoorziening vanuit het IJsselmeer en de koelwatervoorziening van elektriciteitscentrales.
De geheimhouding was essentieel. Achteraf bleek dat  de financiële afwikkeling gebeurde door één persoon. Pas in 1959 werd verantwoording afgelegd door de ambtenaar van de Algemene Rekenkamer. De controle gebeurde toen door “stille” medewerkers.

De caissonhavens moesten natuurlijk gecamoufleerd worden. Het wateroppervlak bij de haven zou bijvoorbeeld minder spiegelen, wanneer er kolenstof over gestrooid zou worden. Drijvende balken werden in de haven gehouden om zo invaren door nieuwsgierigen te voorkomen. Door het uitstoten van rookgordijnen bij een eventuele aanval beschikte men over nevelgeneratoren.

Verdediging
De stuw was niet alleen nodig voor het inwerking stellen van de inundatie, maar ook voor het in stand houden daarvan. De stuwen vormden een strategisch punt. De verdediging stond opgesteld op strategische punten in bunkers, zowel op de stuwen zelf als langs de wegen, die naar de stuwen leidden. Geïsoleerde bunkers, volledig ingesloten door de inundatie, waren voorzien met een bunker voor opslag van munitie en logies voor de daar verblijvende manschappen.
Op de stuwen stonden volledig gevechtsklaar stukken geschut van de luchtdoelartillerie en vierlingmitrailleurs. Overige stukken geschut stonden elders opgesteld, gereed om bij dreiging naar de oorlogsbestemming bij de stuwen vervoerd te worden. Alleen bij hoog water werden de voertuigen en geschut alvast van te voren naar de terpen gereden, omdat deze bij hoog water onbereikbaar waren.
De objecten waren afgeschermd voor nieuwsgierige blikken door middel van betonnen schuttingen, waarop prikkeldraad was gespannen.
De wacht heeft meerdere burgers uit de buurt opgepakt, onder wie twee medewerkers van de KEMA, die hoogtemetingen op het terrein uitvoerden.

De IJssellinie is nooit in gebruik genomen, alhoewel een serieuze dreiging voor de in werkingstelling van de IJssellinie de Cubaanse Crisis in 1962 was. Alle verloven werden ingetrokken en de afvoer via het IJsselmeer werd gestopt om de IJssel alvast 40 centimeter in hoogte te laten stijgen.

Wat is nog van de IJssellinie herkenbaar?
Aan de zuidzijde van de Nederrijn tegenover de buurt Hoogstede-Klingelbeek ligt de polder Meiners-wijk, die gedomineerd wordt door de doorlaatsluis of pijlerdam.
In deze polder herinneren verder een sluis en meerdere geasfalteerde dijken aan de IJssellinie. Verder zijn er op de Klingelbeekseweg en de Schutterij twee voormalige tanks ingegraven, die als verdediging duidelijk te herkennen zijn. Op het voormalig KEMA terrein langs de Klingelbeekseweg staan nog twee gecamoufleerde bunkers, die dienst deden als commandopost. En natuurlijk is er nog de toentertijd aangelegde haven, die momenteel dienst doet als ligplaats voor woonboten.

[Opgetekend door Fred Geevers, 2020]