Uitzicht vanuit
Huize Hoogstede - 1900


Herstel huizen - 1946

Uitzicht
Straatbeelden - 1947

Nieuwbouw
Bouw "groene huisjes"
1949

Akker
Diversen - 1960~1962

Nieuwbouw
Nieuwbouw - 1963~1965

Nieuwbouw - 1965
Straatbeeld - 1965~1970


Kap berkenboom - 1994

Luchtfoto
Luchtfoto - 2000

Straatspeeldag
Sinterklaas en
Straatspeeldag - 2003

HK1
Hoogstedelaan 1 - 2004

Herdenkingstocht
Herdenkingstocht
en Koninginnedag - 2004

Staatbeeld
Straatbeeld - 2004~2006

Straatbeeld
Straatbeeld - 2007~2012

Hoogstedelaan


1900 - Akkervelden achter villa Hoogstede, nabij Klingelbeek. Kijkrichting zuidwest, richting Klingelbeekseweg.
Op de voorgrond is het hekwerk te onderscheiden dat het terrein van Hoogstede scheidt van de aangrenzende gronden. Van de tuinaanleg van Hoogstede is op de voorgrond nog een pad te zien. Het zandpad met karrenspoor dat rechts op de foto's loopt, kan herkend worden als het Laantje van Kromkamp met op de kruising met de Klingelbeekseweg de boerderij Rijnzigt. Aan de linkerzijde wordt het pad afgeschermd door een lage haag. Ook rondom andere percelen staan hagen.
Helemaal links op de foto’s is nog een deel van het tweede zandpad te zien, welke tussen twee boerderijen doorloopt en eveneens uitkomt op de Klingelbeekseweg. Uiterst links is in de verte het hoge geboomte te zien van het park van Huize Kingelbeek. Op de achtergrond stroomt de rivier de Rijn. [Bron: Gelders archief, samengesteld uit de nrs. 1501-04-4472, 4473 en 4474]


1932 - Verkavelingsvoorstel De Hoogstede van NV Nationaal Grondbezit, ‘s-Gravenhage, 1931. [Bron: Gemeemte Archief, 2195-860]

Uit de ingezonden bezwaarschriften duikt een prachtig beeld op van de gemeenschap rondom de Klingelbeekseweg (zie kader). Namens vier boeren, een tuinder en een bloemist vroeg de Stichting voor de Landbouw om te zorgen dat de bedrijven gecompenseerd worden, met grond en nieuwe gebouwen. Voor boer Th. Derksen (Klingelbeekseweg 106) was de situatie helemaal nijpend: zijn bedrijf werd in de oorlog verwoest, hij woonde ondertussen al jaren in een noodwoning achter de kleuterschool en met het uitbreidingsplan dreigde hij ook zijn land te verliezen

  • H. van Mens (Klingelbeekseweg 14) heeft een huis met een grote tuin, waar voorheen kwekerij B. Smit was gevestigd. ‘Toen ik het pand kocht, was de tuin een grote chaos. Ten koste van vele honderden guldens heb ik deze laten opknappen totdat zij weer toonbaar was. Van huis uit zat ik in het exportkwekersvak (Boskoop) en als zodanig is het aldoor mijn ideaal geweest een eigen huis met een flinke tuin te bezitten. (..) Ik ben sedert 30 jaren in dienst van het Rijk en thans 61 jaar oud. De pensioengerechtigde leeftijd ga ik zodoende met rasse schreden tegemoet. Is het eenmaal zo ver, dan was het mij plan tijdpassering in de tuin te zoeken om niet van verveling ten onder te gaan. (..) Volgens Uw bekendmaking (..) is het wel de bedoeling dat een verkeersweg wordt aangelegd met links en rechts daarvan oningen, (..) dwars door mijn tuin vrijwel niets meer overblijft. (..) De oogst van mijn tuin, die zo groot is, dat er vrijwel geen groenten, aardappelen en vruchten behoeven te worden gekocht, komt te vervallen, hetgeen een zeer nadelige post is, vooral, omdat ik mijn volle pensioen niet kan halen.

  • N.A. Mulder (Rosandelaan 21) ‘heeft vernomen dat n het uitbreidingsplan Hoogstede een weg dwars door zijn huis is geprojecteerd, en meent h hiertegen bezwaar te moeten maken, daar hij als melkslijter n genoemd pand zijn bedrijfsruimte heeft bevestigd terwijl tevens zijn bezorgwijk rond zijn woning is gelegen. Mede in verband met een behoorlijke melkvoorziening in deze wijk verzoekt ondergetekende U met zijn belangen en die van al zijn cliënten rekening te willen houden.

  • A.J. Kromkamp (Hoogstedelaan 63) heeft gezien dat in het uitbreidingsplan ‘een groot gedeelte van de cultuurgrond waarop het tuindersbedrijf wordt uitgeoefend (..) alsmede het woonhuis, de bedrijfsgebouwen en de warenhuizen (..) zullen
    worden opgeofferd, zodat bij eventuele onteigening mijn bedrijf ernstig ontwricht zal worden.

  • Gerrit Denkers (Klingelbeekseweg 16) is ‘van beroep detailhandelaar in groenten, fruit en aardappelen’ en constateert ‘dat een nieuw aan te leggen straat – het verlengde van de huidige Hoogstedelaan – zodanig is geprojecteerd dat zijn garage, tevens opslagruimte voor zijn detailhandel, zal moeten worden afgebroken.

  • J.J. Bongers (Klingelbeekseweg 60) maakt ook bezwaar tegen de dreigende teloorgang van zijn bedrijf door onteigening: ‘Deze percelen, bestaande uit cultuurgrond, erf en boerderij maken deel uit van mijn landbouwbedrijf ter grootte van ruim 11 hectare, zodat bij eventuele onteigening het bedrijf ernstig zal worden ontwricht indien de bedrijfsgebouwen zouden worden geofferd.

  • D. Willemsen (Klingelbeekseweg 24): ‘Volgens dit plan zal de gehele boerderij met bijbehorende grond (..) verloren gaan. Deze boerderij (..) maakt deel uit van een bedrijf 14 ha groot, hetwelk bij het ontbreken van bedrijfsgebouwen geheel zal worden ontwricht.

  • F. Vos (Rosandelaan 9): ‘Er zal een strook van mijn tuin worden onteigend. Op deze strook staan fruitbomen, verschillende heesters en planten, die ik dan gedeeltelijk moet verliezen of moet laten verpoten, waarom ik dan ook bezwaar maak tegen onteigening, niet alleen voor het verlies, maar ook om de schade en de onkosten die dit voor mij meebrengen.’

De directeur gemeentewerken bekeek alle bezwaren en zag daarin geen aanleiding voor wijzigingen van het uitbreidingsplan: ‘Het was te voorzien dat deze stedelijke uitbreiding zou leiden tot bezwaren vanuit de agrarisch belangen. Het zal uiterst lastig zijn om binnen de gemeentegrenzen een oplossing te vinden voor het agrarisch areaal.’
Alleen voor Derksen moest een oplossing worden gevonden, door zijn boerderij in het uitbreidingsplan in te passen of hem elders in de gemeente bedrijfsruimte aan te bieden. Het advies om de fabrieken op eigen grondgebied ‘weg te bestemmen’ werd overgenomen, zowel voor de wolfabriek (in de voormalige suikerfabriek) als de ‘onooglijke’ hoeden- en teerfabriek ter plaatse van de gesloopte watermolen.
Het uitbreidingsplan werd op 10 augustus 1953 door de raad vastgesteld en op 5 januari 1954 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd.


1934 - Verkaveling landgoed Hoogstede.
Nu voor dergelijke buitenplaatsen, als één geheel, geen koopers meer te vinden zijn, die zulks behoorlijk in stand willen en kunnen houden, is het een gelukkige omstandigheid, als de verkaveling op zoo gunstige wijze geschiedt, als hier het geval zal zijn. Langs de Noordzijde van Hoogstede, zal een parallelweg naar den Utrechtschen weg gelegd worden, bestaande uit een rijweg met betondek ter breedte van 5 M., tevens voor rijwielverkeer gschikt, en een voetpad, breed 2 M. Deze parallelweg is van den grooten weg gescheiden door een berm van 2,5 M. en aan beide einden met den hoofdweg verbonden.
Aan den parallelweg uitkomend, kunnen aan de zijde van den Utrechtschen weg, op het Noord-Oostelijk deel van Hoogstede ongeveer 14 huizen (vrijstaand of hoogstens 3 aan-één) gebouwd worden. Deze huizen zijn aan de Noordzijde beschut door de bosschen van „de Brink" en verkrijgen naar het Zuiden een prachtig uitzicht op de Betuwe.
Verder wordt op „Hoogstede" zelve een ringweg aangelegd, van den N.-Oosthoek in Zuidelijke richting, dan de Zuidelijke rand van het plateau en de Zuidgrens van het buiten ongeveer volgend, tot den Z.-Westhoek, om dan in Noordelijke richting ombuigend, weer met den parallelweg verbonden te worden. Deze geheele weg loopt nagenoeg horizontaal. Het uitzicht in Zuidelijke en Westelijke richting over de lager liggende omgeving, op de Betuwe en Oosterbeek, is bijzonder mooi, zoodat de weg als wandelweg een groote bekoring zal krijgen.

Op drie plaatsen wordt gerekend op de mogelijkheid tot het aansluiten van later, volgens het uitbreidingsplan, eventueel nog aan te leggen wegen. Aan dezen weg kunnen circa 34 vrijstaande of dubbele huizen gebouwd worden. Verwacht mag worden, dat de terreinen, die zeer billijk in prijs zijn, op dit mooie plekje veel aftrek zullen vinden. Om de aantrekkelijkheid van het uitzicht te behouden, wordt veel minder dicht gebouwd, dan het uitbreidingsplan toelaat.
[Bron: Arnhemse courant, 19 april 1934]